Over esra

Esra Intern Transport is opgericht in 1949 en uitgegroeid tot een relatiegerichte, professionele no-nonsense totaalleverancier op het gebied van Mobiel Intern Transport en Opslag. Wij adviseren u over de inzet van intern transport materieel en magazijninrichting, en u kunt met ons als totaalleverancier, uw magazijn efficiënt inrichten tegen zo min mogelijk kosten.

Of u nu op zoek bent naar een transportwagen, een heftruck, of de inrichting van uw magazijn met stellingmateriaal, wij denken graag met u mee! Als importeur staan wij bekend om onze kwaliteit en betrouwbaarheid. Met onze nieuwe hoofdvestiging centraal in Apeldoorn en een snelle service vanuit onze mobiele servicewerkplaatsen door heel Nederland zijn wij, indien nodig, altijd dicht in de buurt.

Ons landelijk dekkend servicenetwerk waarborgt dat er altijd iemand snel en accuraat kan reageren op uw serviceverzoek. Wij onderscheiden ons in snelle en betaalbare klantvriendelijke "Multi-brand" serviceverlening in combinatie met de levering van hoogwaardige kwaliteitsprodukten. Voor elk voorkomend vraagstuk in uw magazijn bieden wij u een passende oplossing in zowel koop, huur en lease in combinatie met preventieve en all-in onderhoudsconcepten.

Esra Intern Transport en Opslag

  • Lange Amerikaweg 93, 7332 BP Apeldoorn
  • The Netherlands
  • Telefoonnummer: 055 542 75 45
  • Emailadres: info@esra.nl
  • KvK nr: 08014275
  • Bank: Rabobank
  • Rekeningnr. : 373410859
  • IBAN : NL22RABO0373410859
  • BIC : RABONL2U
  • BTW nr: NL001811253B01

Ook in klein materiaal schuilt vaak groot kapitaal

De basis van de Esra handelmaatschappij b.v ligt in Den Haag bij de Buiscar Constructie- en transportwagenfabriek b.v., waar in 1936 de toen 62-jarige Theodorus Aardse besloot tot de oprichting van transportwagenfabriek “Buiscar”. Aardse was eigenaar en oprichter van een grondboringsbedrijf in Den Haag en werkte veel voor boeren en tuinders in het Westland. De buizen die hij daarvoor gebruikte, brachten hem op het idee om met dit materiaal steekwagens en andere transportwagentjes te gaan maken die konden dienen als alternatief voor de zware houten karren die toen gebruikt werden.
Nu gaan ook boeren niet over één nacht ijs, dus diende dit nieuwe transportmiddel aan de praktijk te worden getoetst. Aardse vervaardigde een aantal protypen die z’n klanten konden uitproberen. Nadat was gebleken dat deze karretjes beter voldeden dan het oude materiaal, werd besloten om tot productie over te gaan. Daartoe werd op 1 januari 1936 de firma “Transportwagenfabriek Buiscar Th. Aardse” opgericht. De productie vond plaats in dezelfde loods waar ook het grondboringsbedrijf gevestigd was. De zaken verliepen zeer voorspoedig waardoor Aardse steeds minder tijd kreeg voor zijn grondbooractiviteiten. De leiding hiervan werd overgenomen door zoon Arend. Bij de start in 1936 pakte Th. Aardse de zaken grondig aan. Hij wist dat er voldoende vraag was naar zijn produkten omdat de eerder geproduceerde wagentjes naar alle tevredenheid van zijn boerenrelaties functioneerden.
Met dit in het achterhoofd, opende hij een showroom op de Laan van de Meerdervoort 199 met een bijbehorend kantoor. Wellicht was dit toch niet de beste methode om transportmiddelen te verkopen, want nog geen jaar later sloot hij het kantoor en de showroom en bracht deze onder in de fabriekshal aan de Loosduinseweg 59. Ter ondersteuning van de verkoop, nam hij een vertegenwoordiger aan: Leendert Lensen. Deze bracht meer succes. Het aantal bestellingen nam fors toe, waarop Aardse ook elders in het land vertegenwoordigers aanstelde. Zo beschikt hij eind jaren ’30 naast Leendert Lensen in Den Haag over vertegenwoordigers in Tilburg en Enschede.
In de jaren voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam het bedrijf een hoge vlucht en de transportwagentjes vonden gretig aftrek in het hele land. Nadat de Duitsers ons land in mei 1940 waren binnengevallen, veranderde in het bedrijf aanvankelijk weinig. Vooral de textielindustrie en de Nederlandsche Spoorwegen maakten gretig gebruik van de Buiscar producten.
Het bedrijf groeide in Den Haag uit zijn jasje en er werd omgezien naar een grotere pand. Omdat de meeste afnemers in het oosten van het land gevestigd waren, lag het voor de hand om meer centraal een geschikte locatie te zoeken. Die werd gevonden in Apeldoorn, waar aan Kanaal Zuid een voormalige papierfabriek te koop stond die voldeed aan de eisen van Aardse.
Aangezien deze toen al tegen de zeventig liep, besloot hij het wat kalmer aan te gaan doen. Daartoe bedacht hij de volgende constructie: zijn medewerkers van het eerste uur: Leendert Lensen, Johannes Gaukes Müller en Pieter Johannes Endenburg (stiefzoon van Th. Aardse) liet hij een Vennootschap Onder Firma aangaan met de naam “Constructie- en transportwagenfabriek Buiscar v/h Th. Aardse”. Aan hen verkocht hij het bedrijf, en zelf kocht hij de fabriekshal, die hij vervolgens verhuurde aan de nieuwe V.O.F. In mei 1941 verhuisde het bedrijf vanuit Den Haag naar Apeldoorn. Vijftien medewerkers, waaronder de latere mededirecteur A. A. de Groot, gingen mee. De opengevallen plaatsen werden opgevuld met werkloze textielarbeiders uit Apeldoorn. De productie ging goed van start, maar de oorlogsomstandigheden lieten zich spoedig gelden. Grondstoffen werden steeds moeilijker verkrijgbaar. In 1943 kon alleen nog maar worden geproduceerd door middel van toewijzingen van het Rijksbureau voor metalen. In 1944 vorderde de bezetter een deel van de fabriek voor eigen doeleinden maar door gebrek aan vrijwel alles noopte de directie om, begin 1945, het bedrijf stil te leggen.
Na de bevrijding moest, zoals veel andere bedrijven, ook Buiscar helemaal opnieuw beginnen. Doch de vraag naar haar producten was dusdanig groot dat er al spoedig weer voldoende werk was. De ontwikkelingen binnen het bedrijf gingen gestaag door en vooral de mechanisatie kreeg de volle aandacht. Werd voorheen het snijden en buigen van de pijpen handmatig gedaan, na de oorlog gebeurde dit machinaal. Voor de Nederlandsche Spoorwegen
Spoorwegenwerden duizenden steekwagens gemaakt die door 5 man op rij in elkaar werden gezet. De ‘steek’ werd elektrisch gelast, maar het dunnere buismateriaal moest nog middels autogeen lassen aan elkaar worden gezet. Daarvoor maakte men gebruik van Carbidgas. Om dat gas te verkrijgen beschikte het bedrijf over een carbidhok en als de kreet “gas op”door de fabriek schalde, snelde er iemand naar dat hok om weer een voorraad te maken door er water bij het carbid te voegen.
Het afval daarvan bestond uit een witte massa, dat door boeren gratis afgehaald kon worden die het gebruikten om stallen en kippenhokken aan de binnenzijde te witten. In de jaren na de oorlog werd vrijwel elk intern, in die tijd gebruikelijk, transportmiddel bij Buiscar gefabriceerd tot zelfs kruiwagens toe. Van dit laatste product werden overigens het meeste geëxporteerd naar Afrika. Het pakket dat Buiscar in de eerste naoorlogse jaren aanbood was al zeer uitgebreid. Alleen de Nederlandsche Spoorwegen namen in 1948 al 7000 wagentjes af. In samenwerking met Philips werden in de vijftiger jaren nieuwe lastechnieken ontwikkeld waardoor het mogelijk werd ook zeer dus buismateriaal elektrisch te lassen waardoor het carbidhok opgeruimd kon worden.
Een belangrijke impuls kwam van Van Gend & Loos. Dit transportbedrijf was al een goede klant van Buiscar, maar werd na de oorlog nog belangrijker. Van Gend & Loos zocht in die tijd naar nieuwe mogelijkheden voor zijn intern transport. Ook buitenlandse bedrijven werden hierbij bezocht. Zodra van Gend & Loos een bepaald product geschikt achtte, bracht dit bedrijf Buiscar in contact met het betreffende bedrijf om de producten te importeren en eventueel te assembleren. Op deze manier verkreeg Buiscar tal van licenties om buitenlandse producten in Apeldoorn te assembleren. Ook gebeurde het dat Buiscar de betreffende firma’s hier in Nederland ging vertegenwoordigen. Een andere belangrijke duw in de rug kreeg Buiscar door de introductie van een nieuwe transportmethode die in deze jaren ontstond.
Steeds meer vervoerbedrijven boden hun zaken aan op pallets. Handpallettrucks en vorkheftrucks waren de nieuwe werktuigen waar modern intern transport al snel niet meer buiten kon. Ook was Buiscar, samen met van Gend & Loos, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de zogenaamde ‘boxpallet’. De 60-er jaren kenmerkten zich door een stijgende welvaart. De economische groei in deze jaren veroorzaakte spanningen op de arbeidsmarkt waardoor de lonen sterk konden stijgen. Grotere efficiency in het productieproces maakte de duurde wordende factor ‘arbeid’ voor een deel vervangbaar. De vooruitgang had zijn keerzijde. Vooral in Nederland stegen de loonkosten onevenredig snel. De concurrentie vanuit het buitenland deed zich hierdoor extra sterk gelden. Dit effect werd echter pas in het begin van de jaren ’70 merkbaar.
Eenvoudige artikelen zoals steekwagentjes zouden voortaan niet meer in Apeldoorn worden geproduceerd. Hier lag een taak voor de Buiscar Handelmaatschappij. Deze moesten dit soort producten uit landen importeren waar de lonen nog laag waren. Dit was een belangrijke stap die uiteindelijk zou leiden tot de huidige vorm van het bedrijf. In de jaren die volgden werden vele produkten aan het programma toegevoegd.
Halverwege de jaren ’70 verschilde het leverings programma aanzienlijk met hetgeen in het verleden werd geleverd. Nu vormden zaken als speciale aanhangwagens en transportinstallaties, hydraulische laadkleppen, elektrotrucks en industrieaanhangwagens de belangrijkste producten.
Begin ’80 richtte Buiscar fabriek zich steeds meer op het vervaardigen van zeer speciaal zwaar intern transportconstructies. Het lag in de bedoeling om het bedrijf dusdanig om te vormen dat Buiscar fabriek alleen nog deze speciale producten zou maken. De vervaardiging van andere producten werd gestopt, waardoor de Buiscar handelmaatschappij overbodig werd voor de fabriek.

Buiscar fabriek

Via een grondige herstructurering in de jaren tachtig is Buiscar fabriek in Apeldoorn, producent van trailers voor intern transport van zwaar materiaal, omgevormd tot een bloeiend bedrijf. Bij zo''n 70 procent van de omzet betreft het voertuigen die bestemd zijn voor gebruik in havengebieden. Daar vindt de overslag plaats van containers. Het lossen van de schepen die deze laadbakken van overzee aanvoeren, geschiedt met behulp van kranen. Alvorens de containers per trein of per vrachtauto hun reis vervolgen, worden ze op een locatie in de buurt van de kade opgeslagen. Buiscar levert wagens die de rit daarheen verzorgen. Havenbedrijven nemen het grootste deel van de afzet voor hun rekening.
De bank zegde als kredietverschaffer het vertrouwen op in de toenmalige directeur-eigenaar en benaderde de produktiechef van dat moment, K. Janson, met de vraag of hij de zaak, in sterk afgeslankte vorm, wilde voortzetten. Janson greep de uitdaging aan en verwierf de aandelen van de onderneming. Onder zijn verantwoordelijkheid is er via een ingrijpende herstructurering een fantastische fabriek neergezet, met een heel goede interne logistiek en een prima organisatie. Hij richtte zich op produkten waarmee hij buiten de concurrentiesfeer bleef. Als je min of meer monopolist bent, kun je betere prijzen maken en behaal je forsere winstmarges". Het personeelsbestand slonk door de jaren heen van 120 mensen tot 30. Juist in de tijd dat Janson als directeur aantrad, nam de containerisatie (het transport per container) een hoge vlucht. Daar profiteerde hij van. ECT ging met hem in zee voor het ontwerpen en produceren van trailers ten behoeve van het intern vervoer van containers. De verkopen bleven niet beperkt tot Rotterdam. Andere havens in Nederland en België, waaronder Amsterdam, Antwerpen, Gent en Zeebrugge, toonden eveneens interesse. In 1992 moest Janson zich om gezondheidsredenen terugtrekken. Janson was een echte technicus. Hij had vooral oog voor de kwaliteit van de produkten. In 2006 is de Buiscar Fabriek failliet gegaan. Er is gezocht naar een overnamekandidaat, en die is gevonden bij Beco in Vianen. Ze zijn erin geslaagd om de produktlijn van de Buiscar fabriek, onder de merknaam 'Buiscar cargo solutions', commercieel tot een succes te maken.

Buiscar handelmaatschappij werd Esra Handelmij

In 1988 kon Buiscar handelmaatschappij overgenomen worden door de toenmalig directeur S. Radelaar. Onder de nieuwe bedrijfsnaam “Esra vh Buiscar handelmij” blijft ze degelijke producten verkopen, zoals handtransportmateriaal, maar ook technisch hoogwaardige magazijntrucks en vorkheftrucks. Nadat Esra Handelmaatschappij in 1990 verhuisd was naar de Sint Eustatius 30 in Apeldoorn, hervond men de opgaande lijn weer terug. Met bestaande merken zoals Faba transportgeraten en Stöcklin magazijntrucks en met nieuwe merken zoals Cesab heftrucks, en Mecalux magazijnstellingen werd een stevige fundatie onder het leveringsprogramma gelegd.
Sinds 1990 is Esra, importeur van Cesab heftrucks. Zoals de logistiekkrant schreef in 1994: "Neem een Italiaanse topdesigner, voeg meer dan een mespuntje techniek toe en geef het geheel een stevig kleurtje. Het resultaat: een serie heftrucks die hun naam eer aan doen! ". Het Noord-Italiaanse merk CESAB heeft met een innovatieve serie vorkheftrucks een geheel nieuwe weg ingeslagen. Mede dankzij de artistieke kwalteiten van de befaamde ontwerpstudio van Ferrari, Pininfarina, onstond niet alleen een uiterst fraaie vormgeving. Tegelijk werden door de Cesab ingenieurs de meest recente technieken in de nieuwe modellen verwerkt. "Cesab bewijst dat een vorkheftruck meer is dan wat wielen, een mast met vorken en een contragewicht. Ferrari-ontwerper Pininifarina heeft er een meer dan smakelijke machine van gemaakt die qua prestaties zich goed met de concurrentie kan meten."
In oktober 2008 werd Geveke Intern Transport overgenomen. Goodwill, klantenkring, agentschappen en onderdelenvoorraad zijn overgenomen door Esra intern transport. Dit behelst onder meer het importeurschap van het Chinese merk Hangcha en Noblelift. Esra wil met de overname zijn marktaandeel in Nederland uitbreiden. Geveke sluit hiermee een lange periode af van verkoop van en service aan logistiek materieel. Het bedrijf is lange tijd actief geweest als importeur van Caterpillar, Manitou en Hyster. Ondanks de crisis, weet Esra intern transport haar hoofd boven water te houden. Door actief naar de markt te luisteren, en met uitgekiende service, en competatieve leveringsprogramma blijft ze groeien. Zodoende werd eind 2013 besloten voor een groter en efficienter nieuwbouwpand aan de Lange Amerikaweg.

Esra Turn Key Projecten

In 2022 heeft er een uitbreiding plaatsgevonden binnen de ESRA-groep en is dochteronderneming Esra Turnkey Projecten ontstaan. Hier bieden we totaaloplossingen in de logistiek volgens de turn key-methode. Daarmee beantwoorden we dé hulpvraag vanuit de branche: het van A tot Z ontzorgen van de klant bij logistieke nieuwbouw, verbouw, verhuizing of uitbreiding.

Dit soort projecten vraagt, naast kennis, vooral veel tijd en dát is wat bij de meeste mensen nou juist ontbreekt: om dit er “even bij te doen”. Esra Turnkey Projecten springt in dit gat en neemt de adviserende, coördinerende en leidende rol in de ontwerp- en uitvoeringsfase over.

Klik hier voor meer informatie over Esra Turn Key Projecten.

Foto van Esra Turn Key Projecten